[Verse] Ik ben geboren op een mooie dag, 't was zomer in Venlo, 26 juli '05, een verhaal dat ik vertel zo. Bij mijn geboorte was er paniek, ik kreeg geen lucht, oh nee, Gelukkig kwam alles goed en mijn komedie kon beginnen, hé. [Verse 2] Van een bril van plus 9 tot vallen van de trap, Mijn leven is een avontuur, ik hou het altijd krap. Van heupdysplasie tot hockey op het veld, Ik lach om mijn fouten, 't is mijn wereldbeeld. [Bridge] Op driejarige leeftijd, kreeg ik mijn eerste bril, Mijn zusje hielp met antwoorden, de oogarts dacht dat 't chill. Maar zonder bril zag ik niks, viel vaak en had pech, Elke blauwe plek, een nieuw verhaal, een nieuwe lach. [Chorus] Knikkers in het stopcontact, vonken in de lucht, Speelgoedauto op mijn zus haar voet, een litteken zo stug. Met hockey renden we, ik viel en ik stond op, Mijn teamgenoten leerden me kennen door mijn gekke mop. [Outro] Van Venlo naar nu, 't is een reis van vallen en staan, Maar ik geniet van elk moment, ik blijf altijd doorgaan. Met een glimlach op mijn gezicht, kijk ik terug en vooruit, Mijn komische levensreis, daar kom ik altijd wel uit. [Ending] (乐器演奏)